Bedrijfsmiddelen zijn zaken die je gebruikt in jouw onderneming en die je niet wilt verkopen. Je hebt ze nodig om jouw producten te kunnen maken of jouw diensten te kunnen verlenen. Bij bedrijfsmiddelen moet je denken aan machines, transportmiddelen, gereedschappen, inventaris en dergelijke. Maar ook goodwill of vergunningen kun je beschouwen als bedrijfsmiddelen. Voor het berekenen van de afschrijving en voor de diverse investeringsregelingen is het van belang om te weten wat precies het bedrag is, dat je hebt geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel.
Aanschafkosten
Als je een bedrijfsmiddel aanschaft, vallen onder de aanschafkosten.
1. De aanschafprijs
2. De aankoopkosten (zoals bijvoorbeeld de notariskosten bij aankoop van onroerend goed)
3. De installatiekosten en de kosten van het bedrijfsklaar maken
Ontvangen kortingen en subsidies verminderen de aanschafprijs, ook als je de korting of subsidie achteraf krijgt.
Voortbrengingskosten
Als je een bedrijfsmiddel voortbrengt (zelf maakt), bestaan de voortbrengingskosten uit de kosten voor inzet van eigen personeel, de materialen, en de werkzaamheden die derden voor je uitvoeren.
Inclusief of exclusief btw?
Als je de btw kunt verrekenen, moet je de kosten van het bedrijfsmiddel nemen exclusief btw. Als je de btw niet kunt verrekenen, moet je de investering nemen inclusief btw.
Bedrijfsmiddelen met een lage aanschafwaarde
Koop je een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan mag je het bedrag in 1 keer aftrekken als kosten. Bedrijfsmiddelen met een aanschafwaarde van minder dan € 450 komen niet in aanmerking voor kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Meerdere kleine investeringen
Soms kunnen meerdere kleine investeringen samen 1 bedrijfsmiddel vormen. Als je bijvoorbeeld voor jouw onderneming een computer koopt van € 350 met een beeldscherm van € 150, een muis van € 15 en een toetsenbord van € 25, vormt dit samen 1 bedrijfsmiddel van € 540. Dit kan van belang zijn voor de investeringsregelingen.
Uiteindelijk bepaalt de Belastingdienst of de investeringen samen 1 bedrijfsmiddel vormen.
Bron: Belastingdienst